Voor de Chianti Riserva-saus:

breng in een pan de wijn en alle andere ingrediënten aan de kook (het sjalotje schoongemaakt en in stukjes gesneden). Laat de wijn tot meer dan de helft inkoken. Filter de saus en houd apart.

Voor de gesauteerde groenten: spoel de groenten (behalve de paddenstoelen) af, maak ze schoon en snijd ze in middelgrote stukken, gescheiden per soort. Kook enkele minuten in kokend water met zout en giet beetgaar af. Sauteer de groenten vervolgens in de koekenpan met extravergine olijfolie (ze moeten stevig en krokant blijven). 

Voor de paddenstoelen:

maak de paddenstoelen schoon en snijd ze in verticale plakken van 4 à 5 mm elk. Verhit de olijfolie in een koekenpan met de teentjes knoflook. Laat 3 à 4 minuten fruiten. Draai de teentjes knoflook om, zodat ze niet verbranden. Hak een beetje peterselie (alleen de blaadjes) fijn, haal de knoflook uit de pan en doe de paddenstoelen en peterselie erin. Voeg zout toe en laat 10 minuten op matig vuur koken. 

Voor de filet:

verhit de olijfolie in een koekenpan met antiaanbaklaag. Bak de filets aan alle kanten bruin. Voeg zout en peper toe. Verwijder de gebruikte olijfolie, maak de pan schoon en leg de biefstukjes met de wijnsaus en 2 el water opnieuw erin. Bak voor rood vlees de filets 3 à 4 minuten op matig vuur en draai ze op beide zijden. Breng de saus, indien nodig, op smaak met zout. Aan het einde van de kooktijd moet deze nogal dik en stroperig zijn. Als u van meer doorbakken vlees houdt, voeg dan nog een beetje water toe om het gewenste resultaat te bereiken.

Schik de runderfilets met de Chianti Riserva-saus op een bord en garneer met de groenten en de paddenstoelen ‘trifolati’ (=aangemaakt met olie, knoflook en peterselie).