Zet de bonen de avond tevoren te weken in koud water. Giet de dag erna de bonen af en doe ze in een pan. Bedek de bonen met koud water (voor 100 gram is 500 ml nodig). Voeg de knoflook, salie, 1 el olijfolie en het zout toe en zet de pan op zeer laag vuur (indien nodig, kunt u het vuur tijdens het koken nog lager zetten). Het water
moet koken, maar bijna onmerkbaar, de bonen moeten zich niet ’druk maken’, integendeel: ze moeten bijna niet bewegen. Het is niet eenvoudig een kooktijd aan te geven. Dit hangt af van de kwaliteit van de bonen, van de ’leeftijd’ … maar maakt u zich geen zorgen, er is een oplossing, die altijd is in de keuken:
proeven!
Was ondertussen
de garnalen grondig, kook ze 5 minuten in kokend water met een snufje zout en giet ze dan af. Was de tomaten, ontvel ze en verwijder de pitjes. Snijd ze in stukjes en laat ze uitlekken in een vergiet. Maak de lente-uitjes schoon, laat ze een halfuur in water staan, waarbij u het water tenminste één keer vervangt (zo zullen ze beter verteerbaar zijn en minder ’ruiken’ in de mond). Pel de garnalen zodra ze een beetje zijn afgekoeld en doe ze in een schaal met de tomaten, de uitjes en de goed afgegoten bonen. Voeg olijfolie, pikante rode peper,
basilicumblaadjes, azijn en zout toe. Meng alles voorzichtig, waarbij u probeert de verschillende ingrediënten niet te beschadigen. Serveer deze smakelijke salade nog lauwwarm. Hij Is ook lekker wanneer hij in de koelkast wordt bewaard en koud wordt geserveerd als antipasto of compleet hoofdgerecht, vooral in de zomer.