Ingrediënten voor 8 personen (8 eenpersoons taartvormpjes met een diameter van 10 cm en 2 cm hoog): 100 g rijstemeel (plus wat extra voor het kneden van het deeg)100 g tapiocameel50 g maïsmeel50 g amandelmeel100 g rietsuiker2 eieren80 g boter (plus wat nodig is om de vormpjes in te vetten)1 onbespoten citroen zout ***600 g druiven zonder pit
60 g rietsuiker (plus 1 el om te smelten met de honing)40 g maïzena4 eidooiers1 el honing1 vanillestokje300 ml melk
Bereid het zanddeeg: doe de 4 soorten meel in een grote schaal met de suiker, de eieren, de zachte boter in stukjes (houd hem minstens een twintigtal minuten buiten de koelkast), de geraspte citroenschil en een snufje zout. Kneed snel met de handen tot een compacte en homogene deegbal. Wikkel in keukenfolie en laat minstens 30 minuten rusten in de koelkast.
Vet ondertussen de taartvormpjes in en bestuif ze met meel. Na het verstrijken van de rusttijd haalt u het zanddeeg uit de koelkast en rolt u het uit met een deegroller op een licht met meel bestoven werkvlak zodat een lap deeg ontstaat met een dikte van ca. 3 mm. Snijd vervolgens met een ronde steekvorm van ca. 14 cm rondjes uit het deeg waarmee u de vormpjes bekleedt. Druk de bodem en de randen licht aan met de vingers om het deeg goed aan te laten sluiten. Rol met de deegroller over de bovenkant van elke vormpje om het overtollige deeg te verwijderen. Prik met een vork gaatjes in de bodem van de taartjes om te voorkomen dat het deeg tijdens het bakken omhoog komt. Bak ze 12 à 15 minuten in een voorverwarmde oven op 180 °C. Haal de taartjes uit de oven en laat ze volledig afkoelen alvorens ze uit de vormpjes te halen.
Bereid de vulling: houd de melk enige minuten zachtjes tegen de kook aan met het vanillestokje dat u overlangs met de punt van een mes heeft ingesneden. Klop de dooiers samen met de suiker in een pannetje met een dikke bodem totdat een licht en schuimig mengsel ontstaat. Blijf roeren en voeg de maïzena toe en vervolgens in een dunne straal de kokende melk (verwijder het vanillestokje). Zet alles op laag vuur en laat, onder voortdurend roeren, koken totdat de crème dik is geworden. Draai het vuur uit en laat volledig afkoelen. Roer af en toe om ervoor te zorgen dat er geen vel op het oppervlak komt. Zet de crème hierna ca. drie kwartier in de koelkast.
Was de druiven en dep ze droog. Houd 8 hele druiven apart. Snijd de andere doormidden en doe ze in een pannetje met 1 à 2 el water. Laat de druiven 2 à 3 minuten zachtjes koken, blijf roeren om te voorkomen dat ze aanbakken. Doe ze in een zeef en laat ze goed uitlekken.
Laat de honing met de el suiker en 1 el water op heel laag vuur smelten. Zodra het mengsel begint te koken, laat u het een minuut koken en draait dan het vuur uit.
Op dit punt is alles klaar om 'het werk' af te maken: verdeel de gekookte druiven over taartbodempjes, bedek met de crème, doop de 8 apart gehouden druiven in de honingstroop en leg er eentje op elk taartje.