Ingrediënten voor 6 personen:400 g verse ricotta van schapenmelk6 el geraspte oude pecorinokaas100 g jonge pecorinokaas100 g paneermeel3 eieren400 g spinazie3 el extravergine olijfolie1 sjalotje3 el pistachenoten basilicum zout peper
Meng in een kom de ricotta met de geraspte pecorino kaas, de gehakte pistachenoten, de eieren, het paneermeel, zout, peper en de gewassen, drooggedepte en met de handen in stukjes gescheurde basilicumblaadjes. Doe de spinazie, goed schoongemaakt en gewassen, met het aanhangende water in een pan, dek af en laat een paar minuten koken, roer regelmatig. De spinazie zal slinken en aanzienlijk in volume afnemen. Haal hem nog 'al dente' (hij mag niet stuk koken) uit de pan, wacht 5 à 10 minuten tot hij een beetje afkoelt en knijp dan uit in kleine balletjes. Snijd de spinazie grof met een mes. Verhit de olijfolie in een pan met dikke bodem, doe de schoongemaakte en fijngehakte sjalot erin. Voeg zodra deze kleur heeft gekregen de spinazie toe, breng op smaak met zout en sauteer op een laag vuur roerend met een houten lepel. Draai het vuur uit en laat afkoelen.
Spreid een vel bakpapier uit op het werkblad en verdeel het ricottamengsel erover in een rechthoek van ongeveer 1,5 cm dik. Leg er een laag spinazie op en daarop de plakjes jonge pecorino. Rol vanaf de lange zijde op met behulp van het bakpapier op en wikkel het helemaal in het bakpapier. Sluit de twee uiteinden af met stukje keukentouw. Leg de rol over in een ovenschaal, dek af met aluminiumfolie en bak 40 minuten in een voorverwarmde oven op 180 °C. Haal hierna uit de oven, laat volledig afkoelen en leg het 'gebraad' na het verwijderen van het papier op een snijplank Snijd het in plakken van ongeveer 2 cm dik. Serveer, indien gewenst, met tomatensaus en een paar basilicumblaadjes.
De naam Gattò (gateau in het Frans) werd overgenomen tijdens de Franse overheersing en herzien 'op z'n Aretijns', van een taart uit deze streek die qua vorm en kleur lijkt op het gerecht in het recept.