Zet de rozijnen te weken in lauw water. Was de bakkeljauw, dep hem droog, verwijder het vel met een scherp mes en snijd hem in kleine stukjes. Snijd het groene uiteinde en de wortel van de prei af, snijd het buitenste ’blad’ over de lengte door en verwijder het. Snijd de prei fijn en fruit hem samen het gepelde teentje knoflook in de olijfolie in een grote koekenpan met dikke bodem. Wanneer de knoflook goudbruin is, haalt u hem eruit en doet u de bakkeljauw in de pan. Bak hem aan beide kanten bruin, zet het vuur hoger en giet de witte wijn erbij. Laat de wijn verdampen en voeg de gewassen en gehalveerde kerstomaatjes, de oregano, de goed uitgeknepen rozijnen, de pijnboompitten, zout en peper toe. Roer alles goed, laat nog 2 à 3 minuten op het fornuis en doe dan uit.
Kook de calamaripasta in ruim kokend water met zout, giet hem ’al dente’ af en sauteer hem in de pan met de saus en 3 eetlepels pecorino. Draai het vuur uit. Garneer met de - met de handen gebroken - basilicumblaadjes en bestrooi met de resterende pecorino en ... op tafel!
(1) Laat de bakkeljauw, ook al is hij al ontzout, minstens een ochtend in koud water liggen en ververs het water een paar maal. Als hij nog gezout is, laat hem dan 2 dagen weken en ververs het water 4 maal per dag.