Bereid de groentebouillon: zet een pan op het vuur met het water, de gewassen en schoongemaakte groenten en een snufje zout en laat langzaam een half uur trekken. Rooster ondertussen de kastanjes: snijd de bolle kant in met een mes. Wanneer u de mogelijkheid heeft, gebruikt u de speciale pan om ze op het vuur te roosteren, anders roostert u ze in de oven op 200 °C, draai ze af en toe om. Na ca. 20 minuten (een half uur in de oven) controleert u één kastanje: wanneer de schil makkelijke te verwijderen is, zijn ze klaar. Leg de kastanjes op een vochtige doek, wikkel ze erin en laat ze zo 10 minuten liggen, pel ze vervolgens en houd ze apart. Bind het varkensvlees op met keukentouw. Pers de knoflook of snijd zeer fijn en verdeel over het vlees, samen met zout en peper. Steek de takjes rozemarijn onder het touw, aan de bovenkant en onderkant van het vlees. Klop de olijfolie en de honing met een vork in een kom en giet dit mengsel op de bodem van een ovenschaal. Leg hierop het vlees en laat ca. een half uur bakken in de oven op 180 °C. Controleer en wanneer de olijfolie begint te sissen haalt u de schaal uit de oven, giet de witte wijn over het vlees, laat deze verdampen en bedruipt het vlees met de saus in de schaal. Wanneer de bovenkant bruin is geworden, draai dan om en bak de andere kant; leg na een half uur ook de kastanjes in de schaal, roer ze goed door de olie van het vlees en zet voor nog 20 minuten in de oven. Hierna uit de oven halen: alles moet goed gebakken zijn. Laat het vlees 'rusten' op een snijplank en doe het kookvocht samen met de kastanjes in een koekenpan met dikke bodem, voeg de bouillon toe en het meel opgelost in een eetlepel bouillon en kook op gematigd vuur totdat de saus dik wordt. Haal het touw van het vlees en snijd het in plakken. Leg de plakken op een schaal en serveer met de goed warme saus en de kastanjes als garnering.