Ingrediënten voor 6 personen:500 g meel50 g suiker50 g gesmolten boter (afgekoeld)3 eieren en 1 eidooier1 tl baking soda1 onbespoten citroen (sap en schil)1 snufje zout330 g Viallella2 el poedersuiker extravergine olijfolie om in te frituren
Zeef het meel in een schaal, maak een 'kuiltje' en doe in het midden het zout, de baking soda eerst gemengd en opgelost met een theelepel citroensap, de suiker, de gesmolten boter - goed afgekoeld - de eieren, de dooier en de geraspte citroenschil. Meng met een vork alles langzaam door elkaar en meng gaandeweg al het meel erdoor. Wanneer het deeg stevig begint te worden, gaat u door met de handen, om een stevig, maar zacht deeg te verkrijgen. Vorm er een gladde bal van, wikkel deze in keukenfolie en laat 30 minuten rusten in de koelkast. Leg het deeg hierna op het met een beetje meel bestoven werkvlak en kneed opnieuw. Verdeel in 4 stukken en rol de eerste uit met een pastamachine (of als u dat liever hebt met een deegroller), tot een strook hebt van 2 à 3 mm dik. Doe dit ook met de andere 3 stukken. Leg met behulp van twee theelepels hoopjes Viallella op twee van de 4 stroken, ongeveer 10 cm uit elkaar. Leg de 2 ’vrije’ stroken op de gevulde stroken, laat ze aansluiten en snijd met een gekarteld deegwieltje rechthoeken of vierkanten. Zet een pan met dikke bodem op het vuur met een ruime hoeveelheid olijfolie. Als de olie goed heet is, doet u de gevulde cenci erin, een paar tegelijk (ze moeten ruimte hebben tijdens het bakken). Er zullen zich luchtbelletjes op het oppervlak van de cenci. Draai ze om zodra ze goudbruin zijn en bak ze aan de andere kant. Wanneer ze een mooie biscuitkleur hebben gekregen, laat u ze goed uitlekken en legt u ze op absorberend keukenpapier. Wanneer ze wat afgekoeld zijn, legt u ze op een schaal en bestrooit ze met poedersuiker.