Maak allereerst de artisjokken schoon: snijd een deel van de stengel af, zodat er nog maar 4 à 5 cm overblijft. Verwijder de harde buitenste bladeren, snijd de punt eraf, de buitenkant rondom, de basis onder de bladeren en de buitenkant van de steel. Doe gaandeweg de schoongemaakte artisjokken in een schaal met water en citroen (het uitgeperste sap en de twee helften). Bereid het beslag: meng in een schaal met een vork de eieren, de kaas, de geraspte schil van de overgebleven halve citroen, een snufje zout en beetje bij beetje het water. Voeg het meel toe en roer met een garde tot het mengsel zonder klontjes is. Laat de artisjokken uitlekken, dep ze droog en snijd ze in dunne plakjes en vervolgens in heel kleine stukjes (ze moeten fijngehakt zijn). Doe ze bij het beslag, samen met de gehakte peterselie en roer goed. Verhit de olijfolie in een koekenpan met hoge randen en doe er een paar eetlepels beslag per keer in; bak de frittelle aan alle kanten goudbruin, haal ze uit de pan met een schuimspaan en leg ze op absorberend keukenpapier om overtollige olie te verwijderen. Voeg zout toe en serveer heet en knapperig.