Snijd het vlees in dikke plakken, vervolgens in reepjes en daarna in blokjes. Pel de knoflook, pers hem en fruit hem in de olijfolie in een pan met dikke bodem. Als hij kleur heeft gekregen, haalt u de knoflook eruit, doet het vlees in de pan en bakt het 5 minuten op middelhoog vuur. Giet de helft van de wijn erbij, draai het vuur hoger en laat goed indampen; voeg de peper toe, die u heeft geplet met het lemmet van een groot mes, en ook de geconcentreerde tomatenpuree. Roer, voeg zout toe en de salieblaadjes en het takje rozemarijn, samengebonden met keukentouw. Doe de rest van de wijn erbij en laat het geheel afgedekt op laag vuur ongeveer 35 minuten koken. Haal het bosje kruiden eruit aan het einde van de kooktijd. Kook de pici in kokend water met zout, giet af als de pasta beetgaar is (bewaar een beetje kookwater) en sauteer de pici een paar minuten in de pan met de saus (voeg indien nodig een beetje kookwater toe); bestrooi met dunne flinters pecorino en serveer direct warm.