Breng een ruime pan met water aan de kook. Was de broccoli, snijd de steeltjes eraf en was de roosjes opnieuw. Schil de aardappels, was ze en snijd ze in blokjes. Zodra het water kookt, voegt u zout toe, doet u de aardappels in en na enkele minuten ook de broccoliroosjes. Laat 10 à 15 minuten koken (controleer de gaarte met een vork), giet de groenten al dente (beetgaar) af, ze moeten niet kapot koken. Bereid de bechamelsaus: Laat in een pan met dikke bodem de boter smelten. Voeg het meel toe en laat 2 à 3 minuten al roerend garen in de boter. Giet onder voortdurend roeren beetje bij beetje de kokende melk erbij en meng goed. Laat ongeveer 10 minuten koken op laag vuur. Let op dat de saus niet aanbrandt. Breng op smaak met zout en nootmuskaat. Wanneer de saus klaar is, voeg dan de helft van de geraspte pecorino toe en meng goed. Beboter een ovenschaal, verdeel enkele lepels bechamelsaus over de bodem, leg de groenden erop en bedek met de rest van de bechamelsaus. Strijk glad, maar laat een paar brocolliroosjes uit de bechamelsaus steken: dat is leuk want het geeft kleur aan het gerecht. Meng de rest van de pecorino met het paneermeel en strooi dit over de bovenkant. Bak 20-25 minuten in een voorverwarmde oven op 200 °C.