Wanneer u heeft gekozen voor verse bonen, zet deze dan als eerste op het vuur in koud water met 1 el olijfolie, 1 salieblaadje en een snufje zout. Laat circa 30 minuten koken, giet af en laat de bonen afkoelen.
Doe ondertussen de couscous in een - glazen of porseleinen - schaal, samen met 2 el olijfolie. Maak de couscous met een vork, het liefst een houten, ‘rul’.
Breng in een pannetje een grote beker water met een snufje zout aan de kook en giet dit vervolgens direct over de couscous. Dek af en laat het water opnemen, maak daarna opnieuw rul.
Bereid de groenten: was de radijsjes en de wortelen (en schrap deze); verwijder de buitenste delen van de bleekselderij en de venkelknollen. Maak de artisjokken schoon en snijd een flink stuk van de stekelige ‘punten’ af; halveer de artisjokken en leg ze circa 10 minuten in koud water met citroensap, zodat ze niet verkleuren.
Laat de groenten goed uitlekken en verdeel ze in 2 groepjes. Snijd de ene helft in blokjes, om aan de couscous toe te voegen en de andere helft in reepjes, die dienen als dipgroenten. Snijd 4 artisjokkenhelften in kleine partjes - circa 12 stuks- voor de dipgroenten. Verwijder van de overige helften het bovenste deel, de blaadjes, en leg die opzij. Snijd de ‘hartjes’ en de stengels in blokjes.
Doe de couscous in een schaal, voeg de blokjes groenten, de bonen, de in dobbelsteentjes gesneden pecorino en de gepelde en grof gehakte walnoten toe. Maak het gerecht aan met 5 el ‘Olio Novo’ (= nieuwe olijfolie), zout en peper en sprenkel er 1 eetlepel Balsamico Bianco over. Meng goed. Garneer met de walnoten, de radijsjes (die u in heeft gesneden om er een ‘roosje’ van te maken) en enkele artisjokblaadjes.
Bereid in een kleine kom de dressing voor de ‘dipgroenten’ met: 5 eetlepels extravergine olijfolie, 1 eetlepel Balsamico Bianco, 1 theelepel balsamicoazijn uit Modena IGT en zout en zwarte peper naar smaak. Meng goed.
Deze dressing is voor het dippen van de reepjes groenten, maar u kunt er ook wat van gebruiken om de couscous mee aan te maken.