Ingrediënten voor ca. 20 cannoli: Voor de 'rolletjes':250 g meel, type 080 ml water30 g boter15 g poedersuiker10 g pure cacaopoeder½ glaasje Passito een snufje zout *** Voor de vulling:400 g ricotta van schapenmelk150 g poedersuiker½ tl kaneel100 g pure chocolade of 100g stukjes gekonfijte vruchten (sinaasappelschilletjes, sukade/pompoen, naar smaak) (of half chocolade en half gekonfijte vruchtjes, of ook niets, alleen ricottacrème) *** U hebt ook nodig: 1 eiwit (om het deeg van de rolletjes mee te bestrijken) een ruime hoeveelheid extravergine olijfolie om in te frituren
U hebt ook nodig: een eiwit (om het deeg van de rolletjes mee te bestrijken); een ruime hoeveelheid extravergine olijfolie om in te frituren.
Het zijn traditionele gebakjes en ooit werden ze alleen in de periode van carnaval bereid. Ze zijn alleen zo lekker dat ze het meest bekende en gewaardeerde gebak van Sicilië zijn geworden ... het hele jaar door! Ze hebben een omhulsel van knapperig, gefrituurd deeg, gevuld met een crème van ricotta (meestal van schapenmelk) waaraan al dan niet, al naargelang de recepten, stukjes chocolade en/of blokjes gekonfijte sinaasappel (of pompoen) worden toegevoegd. Koop de juiste 'cannelli' (metalen cilinders) of maak ze zelf door aluminium wegwerp ovenschalen aan repen te knippen. Of, zoals de banketbakker van La Vialla, Francesco, heeft gedaan, gebruik bamboestokken en verdeel deze in stukken van de juiste grootte ...
Voor u begint met de bereiding van de deegrolletjes - in het Siciliaans 'scorcie', schillen - laat u de ricotta uitlekken in een zeef boven een schaal die u in de koelkast zet. Meng in een andere, ruime, schaal het gezeefde meel, het zout, de cacaopoeder en de poedersuiker. Voeg de boter (op kamertemperatuur) en de Passito toe. Begin te mengen en giet er beetje bij beetje het water bij en laat dit geheel opnemen. Het deeg moet zacht en elastisch zijn, maar stevig (een beetje harder dan brooddeeg). Kneed het minstens 5 minuten op een werkblad totdat het elastisch, glad en homogeen is. Wikkel het deeg nu in huishoudfolie en laat het minstens een uur rusten in de koelkast.
Haal de goed uitgelekte ricotta uit de koelkast en zeef deze in een schaal. Voeg de poedersuiker en de kaneel toe. Meng de ingrediënten zachtjes, zonder al te veel te roeren, voeg het chocoladeschaafsel en/of de gekonfijte vruchtjes toe (naar smaak, of, indien gewenst, niets) en bewaar de ricottacrème in de koelkast in een afgesloten bakje.
Neem nu het deeg en rol dit uit tot een dunne lap van 1-2 mm (dit kan met een keukenmachine of met de hand met een deegroller).
Snijd het deeg in vierkantjes met zijden van ongeveer 9 à 10 cm en rol die vervolgens om de cilinders.
Bestrijk de uiteinden met eiwit zodat ze goed sluiten.
Verhit de olijfolie in een pannetje of in een niet al te grote koekenpan met hoge randen. Wanneer deze goed heet is (probeer te zien of de juiste temperatuur is bereikt door er een stukje broodkorst in te gooien), bakt u de deegrolletjes, een paar per keer om de temperatuur van de olie niet teveel te verlagen.
Ze moeten goudbruin kleuren maar niet verbranden! Haal ze met een schuimspaan eruit en laat ze uitlekken op een stuk keukenpapier om de overtollige olie te verliezen.
Wanneer ze helemaal zijn afgekoeld, verwijdert u de cilinders. Neem een spatel of een mes en vul de deegrolletjes met een ruime hoeveelheid ricottacrème. Doe dit pas op het moment dat u ze serveert, om te voorkomen dat ze hun knapperigheid verliezen.
Garneer de cannoli, snel, indien u dit wenst, met gekonfijte sinaasappelschilletjes of met chocoladeschaafsel, wat poedersuiker erover en ... zet u tanden in een bewerkelijk, dat wel, maar paradijselijk dessert ... dit belooft Francesco (en hij niet alleen)!