Ingrediënten voor 8 à 10 personen:600 g meel170 g suiker330 g ca. lauw water170 g sukade40 g extravergine olijfolie85 g boter170 g rozijnen170 g pijnboompitten25 g biergist1 eidooier2 tl anijszaad (naar smaak)
Maak met het meel een berg met een kuiltje in een schaal; giet de in een beetje lauw water opgeloste biergist in het midden, begin te mengen met een vork en giet er langzaam het resterende water bij, tot u een compact en elastisch mengsel krijgt. Dek af met een katoenen doek en laat ongeveer een uur rijzen, uit de buurt van tocht. Na deze tijd zal het deeg verdubbeld zijn in volume. Leg het uit op het met een beetje meel bestoven werkblad, plet het met de palm van de hand en leg de suiker, de rozijnen (10 minuten in warm water geweld en goed uitgeknepen), de in kleine blokjes gesneden sukade, de in kleine stukjes gesneden zachte boter (minstens 20 minuten buiten de koelkast bewaard), de pijnboompitten, de anijszaadjes en olijfolie erop. Kneed met de handen om alle ingrediënten te mengen: rek het deeg uit tot een soort cilinder en ’draai’ het deeg - vandaar de naam Torcolo (van torcere = draaien) -. Overlap de twee uiteinden om een krans te maken en sluit ze goed af. Breng het over op een met bakpapier beklede bakplaat en laat het nog 2 uur rijzen. Bestrijk hierna het oppervlak met losgeklopt eigeel en maak verspreid vijf kleine sneetjes met de punt van een mes. Bak 45 minuten in een voorverwarmde oven op 180 °C.
De Torcolo di San Costanzo is een typisch gebak uit Perugia, de hoofdstad van Umbrië, een van de regio's die aan Toscane grenzen. Hij wordt bereid in de dagen rond 29 januari, ter ere van de beschermheilige van de stad. De kleine sneden, op het einde, in de ongebakken krans, stellen de vijf poorten van de stad voor.