Hak 320 g Stracci en 150 g hazelnoten fijn; doe ze in een grote schaal met de cacao en de soorten twee Viallella, liefst licht verwarmd (dan zijn ze makkelijker te verwerken). Roer eerst met een houten lepel en vervolgens, wanneer het mengsel steviger wordt, met de handen tot het homogeen en compact is. Neem kleine stukjes van het mengsel en vorm er met de handen balletjes van ter grootte van een walnoot. Druk elk balletje lichtjes in het midden plat met de vingers, doe er twee hele hazelnoten in en sluit het balletje om de hazelnoten. Maak met de handpalmen de balletjes tot gladde, gelijkmatige Pralines. Ga zo door totdat u al het mengsel heeft gebruikt.
Smelt de pure chocolade au bain-marie; wanneer deze glad en gelijkmatig is, haalt u hem van het vuur en dompelt de Pralines één voor één onder met behulp van twee vorken. Bedek ze volledig met chocolade (houd de overgebleven gesmolten chocolade apart). Naarmate u ze uit de gesmolten chocolade haalt, legt u de Cioccolatoni op een schaal en zet ze vervolgens minstens tien minuten in de koelkast, zodat de laag chocolade hard wordt.
Hierna kunt u het boompje (van chocolaatjes) 'bouwen': leg 18 Pralines naast elkaar in een cirkel op een groot rond bord, 'plak' ze aan elkaar met ½ theelepel van de apart gehouden gesmolten chocolade. Maak een tweede laag met 16 Pralines en ga zo verder totdat er één Praline op de top van het boompje ligt. Als u klaar bent, klopt u de slagroom stijf en versiert het boompje met een spuitzak met slagroomroosjes; u kunt eventuele lege ruimte tussen de Pralines opvullen. Laatste afwerking: giet met behulp van een lepel een beetje gesmolten chocolade over uw boom en leg de andere Stracci, nadat u ze doormidden hebt gesneden, rond de basis.