Om de bouillon te bereiden: kook de groenten en het zout ongeveer 20 minuten in een pan met het water op matig vuur, zeef dan de bouillon en verwijder de groenten.
Was de erwten, de tuinbonen en de sla en dep ze droog. Maak de lente-uitjes schoon en snijd ze in dunne plakjes. Maak de artisjokken schoon: snijd met een scherp mes de steel eraf, laat een stukje van circa 5 cm. Verwijder de harde buitenste bladeren, snijd de punt eraf, de buitenkant rondom, de basis onder de bladeren en de buitenkant van de steel. Verdeel de artisjokken in tweeën en als u ’hooi’ binnenin aantreft, verwijder dat dan ook. Snijd de artisjokken dunne plakjes en leg die in een schaal met water en citroen. Fruit het in reepjes gesneden kinnebakspek in een pan met dikke bodem in de olijfolie. Voeg de lente-uitjes toe en na een paar minuten de uitgelekte en goed met een katoenen doek drooggedepte artisjokken, de tuinbonen en de erwten toe. Bedek met de bouillon en kook ongeveer 20 minuten op middelhoog vuur. Doe halverwege de kooktijd de slabladeren erbij, die u met de handen in stukken heeft gebroken, en roer gaandeweg. Als de Vignarola gaar is – het vocht moet bijna helemaal opdrogen - proef dan en voeg indien nodig zout toe, garneer met de muntblaadjes, een scheutje olijfolie en versgemalen peper. Serveer heet.
Vignarola is een typisch lentegerecht en behoort tot de traditie van de keuken van Lazio en Rome. De oorsprong van de naam lijkt terug te gaan tot de vignaroli - d.w.z. degenen die fruit en groenten verkochten op de Romeinse markten - of tot de naam van het voedsel dat de boeren van huis meenamen wanneer ze in de wijngaarden werkten.